Naast badkleding, duikbril en plankje zou je eigenlijk ook een geodriehoek moeten meenemen naar het zwembad

Doorhalen: hoge elleboog en de juiste hoek

Als je bij een club meetraint dan hoor je je trainer vast regelmatig zeggen: “Zwem met hoge elleboog onder water”. Wat hij of zij daarmee bedoelt is dat je bij de doorhaal onder water streeft naar een hoek van 90 – 110 graden (gemeten tussen je bovenarm en onderarm). Die hoek probeer je al zo vroeg mogelijk in de doorhaal te krijgen. Dat betekent dat de volgorde is:

  • Hand insteken en uitstrekken (reik naar de overkant)
  • Hand loodrecht op het water, start de catch-fase (water pakken)
  • Onderarm pakt water, maar je elleboog houd je hoog en voor!
  • Water pakken en uitduwen tot je heup

 

Je duwt langs / onder je lichaam, waarbij je vingers naar beneden wijzen en je hand onder je schouderlijn blijft. Op deze manier kun je de meeste kracht overbrengen op het water met je stuwvlakken (hand en onderarm) en ga je vooruit.

Meest voorkomende fouten bij het doorhalen:

1. Elleboog naar achteren

Bij het doorhalen trekt de zwemmer de elleboog naar achteren. De onderarm werkt niet mee als stuwvak. Dat is zonde, zo stroomt al het water er langs en is het resultaat een krachteloze slag. Probeer je hand en onderarm al vroeg in de doorhaal als stuwvlak in te zetten.

2. Een wijde doorhaal

De doorhaal is te wijd. Deze zwemmer zet kracht naar buiten, waardoor het lichaam uit balans raakt. De wilt geen kracht naar buiten, je wilt jezelf vooruit trekken. En hoek tussen de boven- en onderarm van 90 tot 110 graden is het meest ideaal.

3. Een gestrekte doorhaal

Deze zwemmer haalt met gestrekte arm door. Je bent zo minder sterk dan met een hoek.
Vergelijk het maar als je in de gymzaal jezelf zou willen opdrukken op een kast. Dan zou je dat ook nooit met gestrekte armen doen, maar altijd een hoek maken met je handen op schouderbreedte.

4. Een overkruiste doorhaal

Deze zwemmer haalt met de hand te veel naar binnen door en de vingers wijzen naar de zijkant van het zwembad. Zodra de hand over de middenlijn gaat, wordt de slag minder effectief.
In dit geval moet de elleboog dus iets meer opzij worden getrokken waardoor de stand van de hand onder de schouderlijn komt.

 

5. Een te korte doorhaal

Deze zwemmer maakt de slag niet af en verliest zo gratis slaglengte.
Duw bij de doorhaal helemaal uit tot en met je bovenbeen. Daarbij blijft je handpalm naar achteren wijzen voor maximaal effect. In die laatste fase van de doorhaal voel je dat je tricept meewerken.

 


De S is uit

Voor de zwemmers die al wat jaren terug borstcrawl hebben geleerd…. Wij hebben altijd te horen gekregen dat we onder water met een S-beweging moesten doorhalen. “naar buiten, naar binnen, naar buiten tot je heup”. Zo zou je het beste stilstaand water kunnen pakken.

 

Die S is uit…. Tegenwoordig is het doorhalen van voor naar achter, waarbij je dus hoekt en je hand onder je lichaam houdt. Door de rotatie om de lengte-as ziet het eruit als een zeer lange en smalle S. Wat wel gelijk is gebleven: streef naar slaglengte, dus haal je hand niet te vroeg het water uit.

 

 

Reacties

0